Bolt stimuleert chauffeurs al sinds de lancering in Nederland in 2020 om elektrisch te rijden. Nu er meer geschikte elektrische automodellen zijn, de coronacrisis tot een einde komt en de brandstofprijzen hard stijgen, lukt dit steeds beter. Dit gaat echter wel gepaard met een grotere vraag naar laadinfrastructuur. Country manager Lars Speekenbrink legt in een interview met TaxiPro uit hoe het bedrijf hiermee omgaat. 

Taxiplatform Bolt lanceerde zijn diensten in juli 2020 in Amsterdam en Haarlem en heeft dat inmiddels uitgebreid naar Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Al voor de lancering werd het volgens Speekenbrink in gesprekken en uit onderzoek duidelijk dat elektrisch vervoer een belangrijk onderwerp is in Nederland. “Om deze reden hebben we drie maanden na de lancering hier een elektrische categorie geïntroduceerd. Mensen kunnen sindsdien voor een elektrische rit kiezen, wat chauffeurs met een elektrisch voertuig meer kans op ritten en dus omzet geeft”, stelt Speekenbrink. Dit is een van de manieren waarmee Bolt chauffeurs wil stimuleren om elektrisch te rijden.

In de loop van 2021 is het bedrijf op de achtergrond de volgende stappen gaan zetten op dit vlak. “Om een chauffeur de overstap te laten maken naar een elektrisch voertuig, zijn twee zaken van belang: dat er een geschikt voertuig is en dat er voldoende geschikte laadmogelijkheden zijn.” Bolt heeft zich, onder andere om dit te verwezenlijken, aangesloten bij de werkgroep achter de Routekaart Zero Emissie Consumententaxi. Deze werkgroep wil bijdragen aan de ambitie om vanaf 2025 alleen nog maar schone en stille taxi’s in de grote steden en in 2030 in heel Nederland te laten rijden.

Partnerschap met Shell

“Door onderdeel te zijn van deze werkgroep, bestaande uit grote instanties en overheden, willen we er aan bijdragen dat de transitie naar een zero emissie consumententaximarkt op de juiste manier gebeurt”, legt Speekenbrink uit. Daarnaast onderhandelt Bolt met grote partijen over samenwerkingen die ervoor kunnen zorgen dat de kosten van het elektrisch rijden voor chauffeurs worden gereduceerd. “Hier is drie weken geleden een samenwerking uit voortgekomen met Shell, waarbij we chauffeurs korting kunnen geven op snelladen.”

Bolt sprak volgens Speekenbrink specifiek met Shell vanwege hun snellaadinfrastructuur. “De snellaadpunten van Shell bevinden zich op strategische punten in de stad. En met de tarieven die wij door de samenwerking met Shell mogen aanbieden kunnen we de chauffeurs ook daadwerkelijk met lagere kosten laten snelladen binnen de steden waar zij rijden”, legt hij uit.

Voertuig eerst uitproberen

Het bedrijf ziet het percentage chauffeurs dat elektrisch rijdt meebewegen met de groei van het platform in Nederland. “Toen wij in Nederland lanceerden waren er enkele honderden chauffeurs die gebruik maakten van ons platform, waarvan misschien nog niet eens 5 tot 10 procent elektrisch reed. Inmiddels rijden we met duizenden chauffeurs en zien we dat het aantal met een elektrisch voertuig in verhouding meegroeit. Ongeveer 10 tot 15 procent van onze ritten wordt nu gereden met een elektrisch voertuig.”

Hoewel het dus de goede kant op gaat met de verduurzaming van Bolt, zette de coronacrisis hier wel een rem op. Een groot deel van de zelfstandige chauffeurs heeft het eigen voertuig weggedaan omdat ze (tijdelijk) stopten met het werk. Sommigen willen het nu weer oppakken, en vragen zich volgens Speekenbrink af wat voor voertuig ze moeten aanschaffen. “We zien dat chauffeurs de behoefte hebben om een voertuig uit te proberen, voordat ze het commitment aan willen gaan om een voertuig drie tot vijf jaar te leasen of te kopen.” Onder meer deeltaxiconcepten maken dit mogelijk.

Nederland voorloper op het gebied van laadinfrastructuur

Bolt is in een groot deel van de wereld actief en kan hierdoor ook goed de verschillen waarnemen tussen landen op het gebied van elektrisch taxivervoer. “Wat opvalt is dat Nederland ver vooruitloopt op het gebied van laadinfrastructuur in vergelijking met de rest van de wereld. We behoren echt tot de top als het gaat om de hoeveelheid laadinfrastructuur en de ligging hiervan”, aldus de country manager. Hij is benieuwd hoe dit zich de komende jaren zal ontwikkelen als het aantal elektrische taxi’s verder toeneemt, onder andere in lijn met de eisen van de overheid. “De behoefte aan goed bereikbare locaties waar chauffeurs betaalbaar kunnen snelladen, zal groeien. In Amsterdam gaat het nu om zo’n 20 tot 25 locaties rond het centrum. Als de twee- tot drieduizend chauffeurs die nu dagelijks actief zijn in Amsterdam allemaal moeten laden, zal dit niet meer voldoende zijn.”

Uitbreiden naar kleinere steden

De plannen op het gebied van laadinfrastructuur voor in de grote steden vanuit de overheid zullen daarom naar alle waarschijnlijkheid op korte termijn bekend worden gemaakt. Speekenbrink heeft er vertrouwen in dat het in de steden waar Bolt nu actief is goed gaat komen met de voorzieningen. Het doel van Bolt is echter wel om uiteindelijk ook naar kleinere steden uit te breiden. “De overstap naar elektrisch vervoer zal daar uitdagender zijn, mede omdat er op veel van die plekken geen wetgeving op het gebied van duurzaam vervoer op de plank ligt.”

Als er geen sprake is van een persoonlijke of externe overtuiging om te switchen naar een elektrisch voertuig, zal de transitie daar naar zijn verwachting langer duren. Uiteindelijk hoopt Speekenbrink dat chauffeurs de relevantie van elektrisch rijden zelf gaan inzien, allereerst omdat het goed is voor het milieu. “En ten tweede omdat er een kantelpunt gaat komen dat het ook rendabeler gaat zijn om elektrisch te rijden dan met een dieselvoertuig die extreem zwaar is en één op vijftien rijdt.”

Tijdens het Congres Laadinfra op 22 maart 2022 in De Doelen in Rotterdam zal Lars Speekenbrink uitgebreider toelichten hoe Bolt chauffeurs stimuleert om elektrisch te laden, wat het bedrijf doet om de druk op de laadinfrastructuur te beperken en hoe de situatie er in andere landen waar Bolt actief is uitziet. Inschrijven is nog mogelijk en kan hier.