Europese lidstaten moeten tegen 2025 zorgen dat e-rijders om de 60 kilometer kunnen laden op belangrijke snelwegen. Daarover bereikte de Europese Raad en het Europees Parlement onlangs een akkoord. Voor vrachtwagens ligt de maximale afstand tussen de 60 en 100 kilometer, verschillend per regio. Daarnaast worden aanbieders van laadpunten verplicht om pinpassen en creditcards te accepteren.

“Hiermee zijn we de juiste weg ingeslagen naar schoner rijden, varen en vliegen”, zei VVD-Europarlementariër Caroline Nagtegaal, die namens het parlement met de lidstaten onderhandelde. Andreas Carlson, infrastructuurminister van Zweden, voegde toe dat “burgers geen reden meer zullen hebben om ongerust te zijn over het vinden van laad- en tankstations voor auto’s op elektriciteit of duurzame brandstof”.

Wat verandert er?

Als onderdeel van het besluit moet de openbare laadinfrastructuur van een lidstaat minimaal 1,3 kW beschikbaar maken voor elke elektrische auto die in de lidstaat is geregistreerd. Daarbovenop moet elk traject van 60 kilometer langs het trans-Europese Transport Netwerk (T-ENT) tegen 2025 van een snellaadstation worden voorzien. In hetzelfde jaar verwacht Brussel voor vrachtwagens een laadstation van minstens 350 kW per traject.

Daarnaast moeten wagens en busjes op waterstof tegen 2030 per 200 kilometer kunnen tanken. Havens met meer dan 50 grote passagiersschepen of 100 containersschepen moeten uiterlijk in dat jaar van laadpunten voorzien zijn. Hetzelfde geldt voor Europese vliegvelden.

Tot slot introduceert Brussel een aantal regels voor aanbieders van laadstations en waterstoftankstations. Voorbeelden zijn volledige prijstransparantie en simpele betaalmethodes. Dat laatste brengt een eind aan verplichte laadpasjes. Pinpassen en creditcards zullen volstaan.

Dit artikel verscheen eerder op de website van mediapartner Infrasite.nl. Afbeelding: Shutterstock / The Bold Bureau.