De laadinfrastructuur van Allego is een van de grootste in Nederland en België, maar groot is niet groot genoeg. 2023 staat in het teken van uitbreiding. “We willen er zijn voor de e-rijder,” vertelt Sander Sommer, Managing Director Benelux bij Allego. “Daarvoor moet je gewoon goed en snel kunnen laden.”
laadinfrastructuur
Alfen uit Almere maakte in februari sterke jaarcijfers bekend. De laadpaalfabrikant groeide hard in 2022 dankzij de toenemende vraag naar laadinfra voor elektrische auto’s. Naar eigen zeggen profiteert het bedrijf volop van de overgang naar elektrische rijden, meldt ANP.
In totaal zijn er 574.863 laadpunten; Amsterdam spant de kroon met ruim 10 duizend, gevolgd door Londen met 9 duizend.
De tweede editie van het Congres Laadinfra over de volgende stap in laadinfrastructuur vond dinsdag 22 maart plaats in De Doelen in Rotterdam. Een gevarieerd programma met 26 sprekers trok een groot en actief publiek, zowel fysiek als online.
Bolt stimuleert chauffeurs al sinds de lancering in Nederland in 2020 om elektrisch te rijden. Nu er meer geschikte elektrische automodellen zijn, de coronacrisis tot een einde komt en de brandstofprijzen hard stijgen, lukt dit steeds beter. Dit gaat echter wel gepaard met een grotere vraag naar laadinfrastructuur. Country manager Lars Speekenbrink legt in een interview met TaxiPro uit hoe het bedrijf hiermee omgaat.
De transitie van een diesel aangedreven naar een elektrisch aangedreven busvloot is in Nederland goed op gang gekomen. Om te verzekeren dat de dienstverlening ook bij de inzet van elektrische voertuigen succesvol kan worden uitgevoerd, wordt er echter vaak een overcapaciteit aan laadinfrastrucuur geïnstalleerd. Een grondige analyse en het gebruik van simulatietechnieken in de planningsfase, kunnen volgens ChargeSim onnodig hoge kosten en een overdadige elektriciteitsvraag voorkomen.
Van de totale busvloot van meer dan 5.200 bussen in Nederland, zijn inmiddels bijna 1.500 bussen vervangen door zero-emissie exemplaren. Deze ontwikkeling wordt ook bij het truckvervoer verwacht. De kosten die gepaard gaan met de installatie van de benodigde laadinfrastructuur voor deze voertuigen zijn echter aanzienlijk en het ontwerp daarvan is gezien de vele factoren waarmee rekening moet worden gehouden vaak complex. Er kan hierbij gedacht worden aan de netaansluiting, laadpalen, batterijcapaciteit en parkeerlocaties.
Andrew Rutgers, CEO van ChargeSim, werkt al meerdere jaren met grote openbaar vervoersmaatschappijen en ingenieursbedrijven. Hij is betrokken bij de aanleg van laadinfrastructuur en weet uit ervaring wat een gedegen voorbereiding en simulatie kunnen bijdragen. “Er zijn voor busmaatschappijen en vervoersondernemingen veel aspecten te onderzoeken en mee te nemen in de besluitvorming rond de aanleg van laadinfrastructuur. De impact van een verandering in een enkel element op het totaalbeeld is vaak groot. Ervaring leert dat er nog regelmatig belangrijke zaken over het hoofd worden gezien.”
Belangrijke aandachtspunten
Zo blijkt dat er niet altijd rekening wordt gehouden met de piek- en daltarieven voor elektriciteit. Deze bepalen volgens hem echter uit het oogpunt van elektriciteitskosten de beste laadmomenten en hebben een directe impact op de benodigde laadinfrastructuur. “Vaak wordt ook de tijd die de installatie van de nodige netcapaciteit vraagt sterk onderschat. Uit ervaring blijkt dat dit afhankelijk van de locatie en behoeften regelmatig meerdere jaren in beslag kan nemen en daardoor tot uitstel kan leiden van de daadwerkelijke inzet van elektrische bussen.”
Daarnaast is er vaak nog de neiging om onnodig een te groot aantal snelladers in te zetten. Naast de aanzienlijk hogere kosten van de laders zelf, stelt Rutgers dat dit ook een negatieve impact op de batterijcapaciteit en -levensduur. “Het is belangrijk te analyseren of en waar snelladers het beste ingezet kunnen worden. En dat is waar een simulatietool een belangrijke toegevoegde waarde kan leveren. Een tool als ChargeSim geeft namelijk de mogelijkheid de elektriciteitsbehoefte te bepalen, de laadbehoeften- en opties per dagdeel te bepalen, maar ook de niet te onderschatten invloed van de lay-out en parkeerlocaties op de benodigde infrastructuur en het uitvoeren van de dienstregeling. Ook zal je bijvoorbeeld opties voor energieopslag en het gebruik van zonne- energie en de impact daarvan op het laadinfra-ontwerp willen simuleren.”
Tijdig in gesprek met de netbeheerder
Op basis van zijn ervaringen met een grote openbaar vervoersorganisaties in Europa en Noord-Amerika raadt Rutgers aan om vooral zo tijdig mogelijk met de netbeheerder in gesprek te gaan over de netbehoeften. Daarnaast is het belangrijk dat een bedrijf zich realiseert wat de impact is van het rijden met elektrische bussen op de dienstregeling en welke veranderingen daarin nodig zouden kunnen zijn voor een succesvolle operatie. Elektrisch vervoer vraagt volgens hem namelijk om een andere manier van denken. “Vermijd ook het dupliceren van ingebouwde marges. Vanzelfsprekend zal je rekening moeten houden met de noden in extreme omstandigheden, zoals een zeer koude winterdag, maar het voorzien van zowel extra netcapaciteit als krachtigere laders én sterkere batterijen leidt tot onnodige extra kosten. Een grondige analyse en simulatie van de infrastructuur-opties kan tientallen duizenden euro’s aan besparingen opleveren in zowel infrastructurele als operationele kosten.”
Op 22 maart vertelt Bastiaan Zwijnenburg namens ChargeSim over hoe slim laadmanagement voor zware voertuigen kan leiden tot flinke besparingen in investeringen en elektriciteitsverbruik. Bekijk het hele programma en meld je hier aan voor deelname aan het congres.
Het succes van een geëlektrificeerd wagenpark gaat en staat met laadinfrastructuur. Publieke laadpalen worden echter vaak niet op de juiste plek geplaatst. JATO Dynamics stelt dat overheden minder moeten afgaan op een onderbuikgevoel en juist moeten kijken naar de beschikbare voertuigdata om te bepalen wat de juiste plek is voor een laadpaal.
JATO Dynamics Ltd is een wereldwijde actieve dataprovider voor de auto-industrie, leasemaatschappijen, verzekeringsmaatschappijen, retailorganisaties en overheden. Al in 1984 begon het bedrijf met het verwerken van allerlei gedetailleerde voertuigdata van nieuwe voertuigen, zoals prijzen, specificaties en prestaties. Tevens richt JATO zich op de marktdynamieken van nieuwe voertuigen op postcodegebied. Zo ook auto’s met een stekker.
Volgens Karst Broekhuisen, key accountmanager bij JATO, is er de afgelopen jaren veel gebeurd in de automotive industrie. “Waar de elektrische auto in 2013 nog een niche was, zijn ze anno nu niet meer uit het straatbeeld weg te denken. In 2021 was één op de vijf nieuw geregistreerde auto’s een batterij-elektrisch voertuig. Dat had meer kunnen zijn, maar de chip- en semiconductorcrisis voorkwam een verdere toename van het marktaandeel.”
Inzicht in lokale en regionale trends
Partijen als laadpaalleveranciers, overheidsinstellingen en energieleveranciers kunnen registratiegegevens van elektrische voertuigen en voertuigkenmerken gebruiken om prognoses te maken voor hun beleid ten aanzien van laadinfrastructuur. Momenteel is het nog voornamelijk de laatstgenoemde groep die dit ook daadwerkelijk doet. “Energieleveranciers willen met name inzicht hebben in hoeveel elektrische of stekkerhybride voertuigen worden geregistreerd en waar. Dit zorgt ervoor dat men inzicht krijgt in lokale en regionale trends, zodat hier op geanticipeerd kan worden.”
De vraag is volgens Broekhuisen namelijk niet óf er een laadpaal geplaatst moet worden, maar met name waar dit zou moeten gebeuren om de bezettingsgraden te maximaliseren. “Door ook het merk, het model en de versie van het voertuig te verwerken kan er een beeld worden geschetst van de mogelijke energiebehoefte op de locatie van de registratie. Dit is met name interessant omdat er op het gebied van elektrische mobiliteit een duidelijke splitsing aan het ontstaan is tussen de binnenstedelijke mobiliteit en het lange-afstandverkeer. Dat levert een andere energiebehoefte op.”
Tekst loopt verder onder de grafiek.
Overheden werken met incomplete data
Overheden kijken volgens Broekhuisen, als ze al gebruik maken van marktdata, voornamelijk nog naar waar de registratie van een elektrisch voertuig plaatsvindt. Dit is vooral in de gemeenten Almere, Breda, Amsterdam, Amersfoort, Haarlemmermeer en Hoofddorp, Breda, Hoofddorp en Houten. “Logisch, want hier zijn de leasemaatschappijen gevestigd. Maar betekent dat dat de behoefte aan laadcapaciteit daar even groot is? De berijder van een leaseauto is immers niet hetzelfde als de registratiehouder.”
Laadpalen plaatsen op basis van lease-registraties heeft dan ook weinig zin, stelt hij. “Dat is werken met de verkeerde data. Bovendien zie je vaak dat er laadpalen worden geplaatst bij supermarkten, sportterreinen of – zoals in het dorp waar ikzelf woon – bij het gemeentehuis aan de rand van het dorp. Dat is echter niet waar je jouw auto doorgaans wil laden, tenzij er sprake is van een snellaadpaal.”
Het is volgens Broekhuisen vooral voor ondernemers van groot belang dat de juiste paal op de juiste plaats staat. “Voor een consument is laden niet zo’n probleem, zij kunnen afhankelijk van hun leeftijd vaak wel driehonderd meter lopen naar een paal. Voor bijvoorbeeld een zelfstandig taxiondernemer ligt dit anders. Zij krijgen een telefoontje en moeten meteen op pad kunnen. Altijd beschikbare (snel)laadpalen bij de bedrijfslocatie en vooral onderweg, zijn dan wél van groot belang”, stelt hij.
Wensen duidelijk maken
JATO Dynamics kan overheden niet alleen tot op straatniveau laten zien waar elektrische voertuigen geregistreerd worden, maar kan ook informatie verschaffen over onder andere de leeftijd van de persoon die het voertuig heeft geregistreerd. Daarnaast is het ook mogelijk om inzicht te krijgen in het type registratie, bijvoorbeeld een taxi-onderneming. “Door deze data te gebruiken kunnen elektrische rijders maximaal ondersteund kan worden.”
Broekhuisen benadrukt echter dat ook de communicatie van de elektrische rijder naar de gemeente toe belangrijk is, om duidelijk te maken wat de wensen zijn op het gebied van laden. “Zeker voor taxibedrijven is het van groot belang om over een (snel)laadfaciliteit te kunnen beschikken voordat de elektrische voertuigen daadwerkelijk operationeel zijn.”
Tijdens het Congres Laadinfra op 22 maart 2022 in De Doelen in Rotterdam zal Karst Broekhuisen uitgebreider ingaan op welke rol de markt- en voertuigdata van JATO Dynamics kan spelen in de ontwikkeling van een efficiënte laadinfrastructuur. Inschrijven is nog mogelijk en kan hier.